Immortal Memory
Burns Night 2025
Door Annemargriet Stout
In 2011 ontmoette mijn man Arnold, Paul, lid van het bestuur, tijdens een feestelijke bijeenkomst. Paul was in kilt en Arnold sprak hem in het Engels aan, in de veronderstelling met een echte Schot van doen te hebben. Paul hielp hem uit de droom maar toen bleek dat Arnold ook een Schotland-fan was, vertelde hij hem over Burns Night en al snel kregen wij een uitnodiging voor de editie van 2012.
Natuurlijk waren wij Schotland-fans! Onze eerste trip naar Schotland vond plaats in 1986, tijdens een kampeertocht door Engeland, waarbij wij ook Schotland aandeden. Wij reden Schotland binnen via Kielder Forest, waar wij opgevreten werden door midgets, en reden door naar Loch Ness. Daar vonden wij een plek op een kampeerplaats aan het loch, onze tentharingen stonden bijkans in het loch! Ik was gefascineerd door het ‘monster’: het was mijn eerste kennismaking met het Mysterie van Schotland.
Diezelfde vakantie brachten wij een kort bezoek aan Edinburgh en er zouden nog vele volgen. Die stad heeft ons hart helemaal gestolen! Ieder straathoek ademt historie en zelfs de meest banale toeristische attractie wordt daar speciaal.
Wat is het mysterie van Schotland? Die mengeling van historie, ruig landschap, schapen, tartans, pipers, whisky en lekker eten? Ik ben er nog steeds niet helemaal achter, maar voor mij heeft het een enorme romantische aantrekkingskracht. De charme van de Schot, die helemaal niet vrekkig blijkt, maar joviaal, direct en vol gevoel voor zelfspot, doet er nog een schepje bovenop. Je hebt geen fantasie nodig om je er in vroeger tijden te wanen, want alles ademt geschiedenis en de Schot is er trots op.
Het zal u niet verbazen dat de uitnodiging voor Burns Night dus in vruchtbare aarde viel. Inmiddels zijn wij 13 jaar verder en kunnen wij de magische aantrekkingskracht van alles wat Schots is nog steeds niet weerstaan. Van Robert Burns hadden wij destijds wel eens gehoord, maar wij kenden zijn werk niet en zijn daar in de loop der jaren steeds verder in ingewijd. Zijn gevoel voor humor en zijn geniale taalgebruik blijven lezers wereldwijd vermaken.
Hoe is het mogelijk dat Robert Burns nog zo’n groot aantal volgers heeft, om in moderne termen te spreken.
Al 5 jaar na zijn dood, in 1801, werd het eerste Burns Supper gehouden door vrienden van Burns. De eerste Burns club werd ook gesticht in 1801, The Greenock Burns Club oftewel de Mother Club. Bij het honderdjarig jubileum schreef Kerr Bruce een boekje over die begintijd:
"Those early Burns Clubs are to be envied, for they were established so soon after Burns's death that the air of their meetings was warm with the words of those who had known and loved the poet, and who spoke familiarly of him. The Greenock Burns Club was no exception….. but one specially noteworthy fact in this connection is that the Minutes of the Club from its establishment in 1801 to 1810 are written in an Excise Book which actually belonged to the poet …….
In 1884 werd in Londen een standbeeld van Robert Burns onthuld en een groep Burns-aanhangers besloten bij die gelegenheid een Burns Federation op te zetten. Deze Robert Burns World Federation bestaat nog steeds en zit in Kilmarnock Schotland. De missie van de Federatie is :
To promote, educate and celebrate the life and works of Robert Burns and Scotland’s heritage, language and culture.
De Robert Burns World Federation heeft zo’n 250 clubs wereldwijd. Zelfs in Rusland was Burns populair en zijn er Burns Societies. Ik vond op internet een verslag van een Engelse diplomaat in St. Petersburg die in 2016 Burns Night had gevierd aldaar. Hij vertelt dat Russen vaak nog gedichten van Burns kunnen reciteren aangezien zij die op school moesten leren. In het Sovjet tijdperk werd Burns daar gezien als een ‘people’s poet’ en werd zijn werk op school geleerd. Helaas liet de vertaling wel wat te wensen over, niet zozeer in literair als wel in politiek opzicht. In 1956 was Rusland het eerste land dat een postzegel ter ere van Burns lanceerde.
Burns blijft een internationaal fenomeen. Ik heb niet kunnen nagaan hoeveel Burns Societies er wereldwijd zijn, want vele zijn niet georganiseerd in zo’n Federatie (daarvan zijn er ook meerdere, bijv. in Amerika). Op de website van de universiteit van Glasgow uit 2009 vond ik een kalender met Burns-gerelateerde evenementen wereldwijd, variërend van Burns Suppers van Queensland tot Noorwegen; de onthulling van een Engelse postzegel vanwege de 250e geboortedag van Burns; de onthulling van een Burns buste in Tampa Bay, Florida; een Burns conferentie in Praag, etc. etc.
Wereldwijd staan 55 standbeelden van Burns opgesteld, meer dan van ieder ander seculier figuur! Wat is in de 21e eeuw nog steeds de aantrekkingskracht van Burns? Burns kenner Hugh Douglas omschrijft het zo: ‘It is…partly because he represents his countrymen more thoroughly in their virtues and their failings than any other man of equal note among them’.
Voor wat die ‘failings’ betreft: in het licht van de ontwikkelingen in de laatste 10 jaar of zo, is het misschien verbazingwekkend dat Robert Burns niet van zijn sokkel gehaald is.
Natuurlijk zijn wij tegenwoordig sterk geneigd de geschiedenis door onze hedendaagse lens te bekijken, maar zelfs in zijn eigen tijd was de manier waarop Burns vrouwen ‘verzamelde’ nogal opmerkelijk. Tijdens zijn leven had hij affaires met zeker 15 vrouwen, waarvan hij er 6 bezwangerde. Hij kreeg in totaal 13 kinderen, waarvan er 4 overleden en 4 wettig waren. Hij moest zich voor de kerkgemeenschap in de ‘cutty stool’ verantwoorden voor zijn zondige gedrag en werd zeker niet gezien als ‘mariage material’. Ik heb mij dus eens verdiept in zijn amoureuze leven.
Hij moet een ongelooflijke charme hebben gehad om zoveel dames te kunnen verleiden. Hij zag er natuurlijk ook behoorlijk ‘dashing’ uit: stijlvol gekleed, lang zwart haar, intense blik, onstuimig gedrag. En zijn status als dichter werkte natuurlijk ook erotiserend. Hij was uiteraard zeer getalenteerd: hij kon prachtige verzen schrijven maar ook scherpe hekeldichten, hij was snel van begrip en rad van tong. Hij kon in het plat Schots met zijn vrienden leuteren maar ook in Queens’ English met advocaten of lords keuvelen. Aan de ene kant was zijn image die van de Ploughman Poet, de eenvoudige boer die ook kan dichten, maar hij refereert aan zichzelf als His Bardship, ter herinnering aan de Keltische barden, die in hoog aanzien stonden. Die versatiliteit, dat haast kameleonachtige, maakte hem ook enigszins ongrijpbaar voor zijn tijdgenoten in een tijd waarin klasse heel belangrijk was. Waar hoorde hij nu eigenlijk bij, waar wilde hij bij horen? En voor wat voor vrouw kiest hij dan? En wat voor vrouw accepteert zijn gedrag?
Die vrouw was Jean Armour. Ik heb mij in haar verdiept en een aantal boeken gelezen over het leven van Burns. : The life of Robert Burns van Catherine Carswell uit 1930; Dirt and Deity van Ian McIntyre uit 1995 en Should Auld Acquaintance van Melanie Murray uit 2017. Dat laatste boek gaat specifiek over Jean Armour maar is nogal geromantiseerd. Robert ontmoet Jean rond zijn 26e en heeft met haar een hartstochtelijke relatie. Zij is de op een na oudste dochter van een respectabele familie met 11 kinderen. Haar vader is steenhouwer en zij is dus geen analfabete boerendochter, maar ze heeft de dorpsschool doorlopen, kan lezen en schrijven en ook goed zingen waardoor zij naar de muziekschool mag. Wij weten helaas heel weinig over haar gedachten. Er zijn geen brieven van haar bewaard gebleven. Maar wij weten wel dat haar leven met de ‘Bard’ niet eenvoudig geweest moet zijn!
Tweemaal maakt hij haar zwanger terwijl zij niet gehuwd zijn, destijds een grote schande. Zijn intenties zijn weliswaar goed: in 1785 zweren zij elkaar eeuwige trouw in stilte en ondertekenen zij een huwelijksverklaring, iets dat bij Schotse wet voldoende is.
Maar Robert wil het huwelijk niet publiek maken omdat hij een gezin nog niet kan onderhouden. Hij overweegt naar Jamaica te varen om daar geld te verdienen. Als Jean zwanger blijkt, zijn haar ouders razend: Rabbie Burns is bepaald geen ideale schoonzoon en bovendien is zij al beloofd aan een andere kandidaat, een nette wever.
Jean bevalt van een tweeling, een jongen en een meisje. Robert is dolblij: And lo! The bard - a great reward - has got a double portion!
Het meisje, Jeanie, verdrinkt echter als zij 2 is, de jongen, Bobbie, wordt door Robert zijn moeder opgevoed. Jean moet voor de kerkgemeenschap door het stof op de ‘cutty stool’, in haar eentje, want Robert heeft intussen voor de kerkraad betuigd dat hij de vader is van haar kind, maar dat hij zichzelf nog steeds als vrijgezel beschouwt. Jean blijft met lege handen achter.
Een jaar later is zij weer zwanger, weer van een tweeling. Die overleven beide de geboorte niet. Omdat Robert intussen faam heeft gekregen door de uitgave van zijn eerste dichtbundel, mag Jean nu wel van haar ouders trouwen. In mei 1788 trouwen zij en Robert officieel voor Justice of the Peace Gavin Hamilton, een vriend van Robert. Robert heeft een lap grond in de buurt van Dumfries en wil daar een boerderij opzetten. Hij gaat er alleen naar toe, 80 km van Mauchline, waar Jean woont, om de oude gebouwen op te kalefateren. Als het mooi weer is, staat hij om 3 uur ’s ochtends op om te paard naar Mauchline te rijden om Jean te bezoeken. ‘I only live to love thee’, schrijft hij in die honeymoon dagen. Zij is nu zijn muze. Als hij liedteksten schrijft, moet Jean die voorzingen, want Robert kan geen wijs houden.
Zij verhuizen in december 1788: Jean is weer zwanger. Zij is zeer happy in Ellisland farm bij Dumfries. In augustus bevalt zij van haar eerste legitieme zoon, Francis Wallace (genoemd naar Braveheart). Zij ontfermt zich tevens over de bastaarddochter die Robert tussen de bedrijven door bij een dienstmaagd heeft verwekt, al zijn dure beloftes ten spijt! Robert begint als Excise man (ambtenaar bij de Accijnsen) en laat het boerenbedrijf achter zich. Daarom verhuizen zij in 1791 naar Dumfries, daar kunnen de kinderen tenminste naar een goede school. Maar het gezin komt in een smoezelige huurkazerne te wonen, waar Jean niet echt gelukkig is. Ook blijft Robert een rokkenjager. Zij is er snel achter dat hij steeds twee vrouwen nodig heeft: één vrouw om zijn huishouden te doen en zijn kinderen op te voeden en een charmante godin als muze.
Roberts gezondheid laat te wensen over. Al zijn hele leven heeft hij aanvallen van reumatische koorts en depressieve buien en dat wordt er niet beter op met zijn werk voor de Accijnzen. Hij rijdt soms dagen door weer en wind te paard van dorp naar gehucht om meet- en weeg apparatuur te beoordelen. Hij regent soms doornat en wordt vaak ziek. Dan ligt hij depressief te bed. Ook komt hij niet genoeg aan dichten toe, terwijl hij juist hoopte daar meer tijd voor te krijgen als hij ophield met het boerenbedrijf.
Jean is uiterst vruchtbaar en bevalt in 1791 weer van een zoon, William Nicol. Bijna tegelijkertijd bevalt Anna Park, een jonge dienstmaagd die werkt in een herberg waar Burns vaak overnacht als hij werkt, van zijn dochter Elisabeth. Volgens Catherine Carswell zijn er geen tekenen dat Jean daar erg mee zit: ‘she was generous and humble-minded and simple, being herself warm-blooded, was rich in understanding of the flesh, especially her husband’s flesh’.
In 1793 Jean bevalt van een legitieme dochter die ook Elisabeth genoemd wordt. Zij verhuizen naar een wat beter huis, een vrijstaand huis van rode zandsteen in Mill Hole Brae in Dumfries, omdat Robert tot Supervisor benoemd wordt en dus over meer geld kan beschikken.
Burns dicht nog steeds tegen de klippen op en werkt aan een bundel van oude Schotse liederen, maar wil daar geen geld voor vragen!
In augustus 1794 baart Jean weer een zoon: James Glencairn. Robert treedt toe tot een militie, de Royal Dumfries Fusiliers en schaft een uniform aan. Schotland heeft nog geen militia en de regering moedigt het oprichten ervan aan met het oog op een eventuele invasie door Frankrijk.
De trainingen en schietoefeningen putten Robert nog meer uit. In september 1795 sterft hun kleine Elizabeth aan tbc en de klap tast Roberts gezondheid nog meer aan. Desondanks is Jean weer zwanger, ze is nu 31 jaar en zwanger van haar 8e kind. Robert is zwak en teert langzaam weg. De dokter raadt hem zeelucht aan. Maar hij komt slechter terug dan hij heen ging en al snel doet de mare de ronde: de bard ligt op sterven. Intussen ligt Jean op haar bed: ze moet bedrust houden voor de bevalling. Robert sterft op 21 juli 1796, slechts 37 jaar oud. Hij wordt begraven in zijn uniform van de Royal Fusiliers maar Jean is daar niet bij: zij is druk bezig zijn 5e zoon te baren: James Maxwell, genoemd naar de huisarts die hem ter wereld brengt.
Jean blijft achter met 6 jonge kinderen, niet allen van haarzelf!
Heartache and rapture, die woorden vatten de tijd die zij met Robert Burns doorbracht samen.
Gelukkig worden veel schulden kwijtgescholden na Roberts overlijden. Vrienden doneren geld voor de opvoeding van de kinderen en Jean mag gratis in het huis blijven wonen. Dat doet zij tot aan haar dood, 38 jaar later. De eerste toeristen komen aan de deur om te vragen of zij de kamer mogen zien waarin de Ploughman Poet stierf. De eerste biografie wordt geschreven door James Currie. Maar die beschrijft Burns als een drankorgel, terwijl hij nooit met Jean of de vrienden van Burns heeft gesproken om hun visie te noteren!
Jean leeft nog 38 jaar na Burns dood en moet nog een aantal kinderen en kleinkinderen begraven. Zij moet een sterke, weerbare vrouw geweest zijn, die zich haar hele leven voor Robert ingezet heeft. Zij hielp hem met het maken van zijn liederen, omdat hij zelf toondoof was. Zij was zijn anker en een stabiele kracht in zijn roerige leven. Zij hielp zijn nagedachtenis vorm geven. Zelf is zij desondanks vrijwel onbekend gebleven. Het wordt hoog tijd haar een grotere plaats in de spotlights te geven, naast de Bard, waar zij 11 jaar van haar leven aan geschonken heeft!
Als afsluiting een gedicht dat Burns schreef voor Jean in hun honeymoon tijd:
Of a’ the airts the wind can blaw
I dearly love the west,
For there the bonie lassie lives,
The lassie I lo’e best
There wild wood grow, and rivers row
And monie a hill between
But day and night my fancy’s flight
Is ever wi’ my Jeanu